Als laatste vergadering van het jaar hebben we Nicola Crivelli uit
Italië laten overkomen, voor een lezing over het tentoonstellen van
bonsai in een tokonoma. Via een Powerpoint-presentatie heeft Nicola ons
de grondbeginselen van de Japanse manier van opstellen van bonsai in een
tokonoma proberen uit te leggen.
Eerst kregen we van Nicola wat uitleg over de
geschiedenis van het gebruik van tokonoma’s in Japan, en daarna werden
aan de hand van voorbeeldfoto’s getoond hoe men best een opstelling in
een tokonoma maakt. Nicola legde ons het verschil tussen het opstellen
van bonsai in een tentoonstelling, en in een tokonoma uit.
Na de lezing hadden we nog de mogelijkheid om zelf enkele opstellingen te maken met materiaal dat we meegebracht hadden, die dan achteraf door Nicola besproken werden op punten ter verbetering van de opstelling…
Bij het samenstellen van een tokonoma opstelling heeft veel te maken met
de beweging van de elementen die men wilt gebruiken. (de richting van
de energie) Men dient de elementen steeds zo te plaatsen dat ze
complementair zijn aan elkaar, en dan liefst nog met elk individueel
element naar het andere. De beweging van de afzonderlijke elementen moet
dus zorgvuldig op elkaar afgestemd zijn. In een opstelling probeert men
ook altijd een landschapsgevoel op te roepen. Met andere elementen
zoals een suiseki, scroll of accentplant probeert men de plaats en het
seizoen uit te beelden in zijn opstelling. Het zal voor iedereen logisch
zijn dan bij een loofboom in de winter – zonder zijn blad – geen
zomerbloeiend plantje kan gezet. Ook moet men proberen om rekening te
houden met de originele vindplaats van de boomsoort als men een bonsai
in een opstelling plaatst. Bij een bergden horen dus geen plantjes die
niet in de bergen groeien. Een libel zou je dan in principe ook niet mogen
gebruiken bij een bergden, daar er geen libellen voorkomen in het hooggebergte. Let ook op bij het gebruik van een scroll als
er kanji opstaat, als men niet weet wat er geschreven staat heeft het
eigenlijk niet veel nut dat men het gebruikt, zelfs al is het een mooie
scroll.
Termen zoals Keido, Shin – Gyou – Sou werden ons bij gebracht, en hun betekenis bij het opstellen van bonsai in een tokonoma. Om het heel juist doen, moet men ook zeer goed nadenken over hoe men het aanpakt, en welke elementen men gebruikt. Dikwijls is het gezegde ‘minder is meer’ waar. De lege ruimte kan men in zijn voordeel gebruiken, en hoe minder afleiding van de essentie van de opstellingen, hoe krachtiger ze zal zijn voor de toeschouwer. Natuurlijk baart oefening kunst. Hoe meer je probeert, en de opstellingen bespreekt met andere liefhebbers, hoe meer je bijleert.
Tot de volgende!